The Bonnie Blues (B) Cosy Coronaproof Concerten Bar Eduard Hove (05-06-2021) report: Steven Kauffmann & photo credits: Anja Cleemput info club: Bar Eduard info band: The Bonnie Blues © Rootsville 2021 |
---|
Toen we kwamen aanlopen bij BAR EDUARD ontwaardden wij 3 aërodynamisch gesculpteerde ballerina's die geheel naturelgewijs parmantig stonden te pronken ... enne, dat bleken dus ook THE BONNIE BLUES te zijn !Al snel en met evenveel bravoure they took the stage (dat zou je iets later heel letterlijk kunnen nemen) voor wat een lange en overweldigende show zou worden. Zijnde: Nele Paelinck op viool en zang, Juno Kerstens op contrabas en zang, en Laura Vanden Heede aan de gitaar & zang. Elegante verschijning die instant het ijs braken, komisch en ontwapenend als ze zijn. Er werd van wal gestoken in een waas van nostalgie met "Oud België", dat volop echoëde van de Tijd van Toen (+ Jan Theys) en ene Jos Bosmans, Wim Sonneveld, Annie MG Schmidt … de sfeer van Nonkel Bob & tante Terry en een soort van Peulengalijs. Geheel in de geest van the Andrew Sisters, werd "Straighten Up" puntgaat unisono drie stemmen sterk aangeheven en werden we integraal gekatapulteerd in een caberetesk universum dat bol stond van humor, adembenemende vakkunde en sensualiteit, de geesten van pakweg Liza Minelli en Jasperina de Jong waren nooit ver weg en ze kunnen zich - zo zou blijken - moeiteloos meten met de teloorgegane mannelijke evenknie van ene Nieuwe Snaar !
Soort van muziektheater dus, want naast hemelse gezangen werd er ook een behoorlijk stukje geacteerd en geïmproviseerd door onze ongetwijfeld klassiek geschoolde kleurige verschijningen met engelenkelen. "Bolide" (dat evengoed van de hand van Hugo Matthijssen had kunnen zijn) schetste het fatale wedervaren annex soort van “Dodenrit” in het lied “Bolide” (naar analogie met Drs P): een prettig gestoorde parabel over gevaar in het verkeer met de auto enzo, vol van stemtragische edoch superlenige acrobatiek. Zang en dans, simultaan en afwisselend ook tijdens “Window Cleaner”, waarbij de kuisschorten omgord werden (en dit deed dan weer denken aan Van the Man zijn “Cleaning Windows”) over de wondere wereld van propere ruiten en wat men dan daar zoal doorheen kan zien. “Chillun” was een gospel, gespeend van een amalgaam aan gutturalen, in de praktijk feëeriek gekir, gekwaak, geschraap, jodelen, kakelen en een eindje rappen, scatten, joelen en duchtig kwelen aan een waanzinnig tempo, welluidend, hitsig en razend knap ging het verbazend goed vooruit !!! The female Flying Pickettines on speed in de best denkbare music hall traditie met vocale bochten en kronkels dat het geen aard meer had tijdens “Chillum” en was niet “chillen” maar wel een coole, chille en vooral sjiek gebrachte bedoening.
Over naar de “Hatsjoe ChaChaCha” met relaas van compulsieve niesbuien vooraf en tijdens de daad, een bijgevolg nogal onpraktische – hier allegorische – allergie … direct achternazeten door een hillybillie trouwfeest, met volop vocale loopings in de achtbaan in Memphis Tennessee. Geen strontvliegen te bespeuren maar wel “Flies” over vervelend vliegende vliegjes en hoe irritant die toch wel niet kunnen zijn, evenwel gebracht in close harmony, en met meerstemmige lyriek als toonbeeld van esthetiek, mooi omzwachteld door de viool van Nele Paelinck. Fris en fruiting van de lever klonk het in “Ik ben vandaag toch zo verliefd”, hyperkinetisch walsje in vierkwartsmaat. En wij ondertussen in collectieve bewondering voor zoveel beate klasse op een paar vierkante meter, waarbij het spelplezier zowat letterlijk van het podium droop ... en met zeer verdienstelijke gezangen bij monde van gitariste Laura Vanden Heede, tussen, in en doorheen die lawine aan diverse schitteringen die ons watervalgewijs te beurt viel op deze zaterdagnamiddag@BAR EDUARD. We stoven verder richting Alpenwieze met de op de leest van Weense operette geschoeide breakupsongh “He Broke My Heart”, alweder supersonisch gebrachte Country&Western Swing, waarin onze vocale alleskunsters een resem woordgrapjes en situatiehumor (over “Willies” in alle soorten, standen en maten) fileerden en het amalgaam aan kirrendkwakende kicker- en unisono kwekkerdekwekgeluidjes ging gestaag over- en doorheen “Stadkoepletten”.
Einde eerste set. Exact 15 minuten later was het weer stante pede glorieus over naar de orde en waan van de dag met “Tovenaressen” dat wederom vocaal caramboleske capriolen verweefde met de geinige guitigheid van een soort Camarettenfestival, dat – tongue in cheek – verzen en ingrediënten ophoesten bij wijze van culinaire leidraad voor een sappig ongepasteuriseerd recept (met Sugar, Corn, Chips, Tomatoes en … Pussy), een mini-operapastiche op de Sixties in meerdere bedrijven dat weer standard een spervuur aan vocale rijmelarijen, mijmeringen, kwinkslagen & spitsvondigheden, lyrische Spielerijen omvatte, maar dan in de achtbaan qua vocal debiet en rendement wederom natuurlijk.
Bij “Arizone Yodeler”, mocht Laura Vanden Heede serieus wat oktaven lager zakken voor een resem kwinkslagen die als het ware uitgedeeld warden vanop een Hawaiaans bootje, met de contrabass in de hoofdrol in deze verzinnebeelde tomataise binnen het vendiagram van verzopen liefde “het sprookje is uit”, als leidraad bij wat en hoe je er een punt achter zet dan toch maar weer niet of wel aangewezen is qua daden en attitude … Ook hondjes, zingen zoals ze gebekt zijn, kregen we nog mee … “Don’t touch me tomatoes” grossierde het fors in dit Me Too-tijdperk, tussen de gutturale textuele kronkels en salvo’s. De dubbelzinnigheden, dubbele bodems over pittige of inbuvable brouwsels versus lievelingseten vlogen ons al seen caleidoscopisch trip bouillabaisewijs om de oren met saga’s over allerhande (pits)poezen en meertalige rake typeringen in een parodie op the Ramblers – gedrenkt in passie, stemgewijs gekoketteer, vuur, passie, humor en esthetiek met zin voor traditie en tegelijk supergrappige en toch nog elegante observaties over het al dan niet amoureus wedervaren van de lenige liefde in al haar facetten.
Getuige “Fit as a Fiddle” en “Everybody Wants” tedere tango’s van razernij op een bedje van aardbeien en versgestoken asperges over de (on)mogelijkheid tot samenzijn, gecondenseerde puree van het al dan niet lachende leven, of wat daarvoor moet doorgaan. Superlatieven komen tekort bij deze superieur geserveerde hoogmis uit de bevallige kelen van onze drie kloeke deernes, op en top elegante verschijning in een doldwaze gezongen komedie, maar vergis u niet : om dit op een dergelijke manier onder knietjes en leden te krijgen zijn er bloed, zweet/tranen & zeeën van tijd (rijkelijk) gevloeid. Met Spartaanse discipline samengebalde klasse, een prettig gestoorde lawine aan veelzijdigheid, als het ware in één flashy flitsmarathon. Nog even die immense kunde verder demonstreren in de laatste loodjes, als daar zijn “Everybody Wants”, bij wijze van ode aan het koortsig collectief verlangen dat ons allen midscheeps treft in de achtbaan van het leven.
Fred Astaire wordt vanonder het stof gehaald op het kronkelig maar toonvast kirrende pad van de gepassioneerd bezongen slalom der begeerte, met zijn snel schuifelende voeten als denkbeeldig materiaal voor een vurig traktaat ten gunste van de dansbaarheid, weelderig uitbeeldend gezongen en waarbij de filmische metaforen je in duizendvoud sprookjesachtig om de oren vlogen. Ook wordt ene Winona ten tonele gevoerd tijdens een korte geschiedenisles over het ontstaan van het jodelen mits beschrijving van de lotgevallen van een jodelende koeherder “before he met Sally” een ware “Hawaian War – en tour de – Chant” waarbij het quasi volledige arsenaal aan stemacrobatiek nog eens aan een rotvaart de revue mocht passeren met iconische glansrollen in het Italiaans, Frans en Engels, zelfs ook Duits; alles tot eer en glorie van de Arizoonse hoogvlakten …vol fiddlers on the roof en waarin tal van historisch/iconische figuren weer mochten vertoeven. Zo kwam langzamerhand het einde in zicht van deze hoogartistieke caleidoscopische trip to memory lane met nog een fantasmagorisch allegaartje aan charcuterie en fijne fruitsoorten met deze “Everybody Wants” waarbij wij zoals bijen lichtelijk euforisch warden van zoveel lokaal op de schaal van Richter geproduceerde honingsnoepjes per salvo van kilo’s aan gemoedsverheffende vinnige verzen. Het niet meer rasecht voor een publiek van levende lijven kunnen spelen, had een holte nagelaten die hier meer dan royal werd opgevuld met een ongekende, vondstenrijke maar duivels weldadige langgerekte rit van samengebalde en ook wel natuurlijk aangeboren klasse van drie gelijkgestemde zielen die op een zeldzaam hoogstaande manier performden dat het geen aard had.
Nog een laatste uitnodiging tot publieksparticipatie viel ons ten deel en in extremis werd ook een (comme toujours ) van genoegdoening glimmende Bert Embrechts ten tonele gevoerd om ons met pancartes zangsgewijs wegwijs te maken in de grande finale (niks foefelare … los uit de mouw, in de beste traditie van – waarempel – de formidabele Xavier de Baere) met een kwinkslag naar Tommy Cooper en wat Urbanus en Bobbejaanwaardige grimassen kwijtte hij zich van zijn taak om ons mee te doen meanderen met het gutturale gehakketak van het grotendeels woordenloze opus getiteld “Taxi !” Hiermee landde het denkbeeldige Spaceship van de Bonnie Blues, en wij – taxigewijs – samen met een murw publiek huiswaarts, de vaak koeterwaalse maar buitenaards aanstekelijke haïku’s van de Bonnie Blues hadden spijkers op laag water en duidelijk méér dan in de roos geschoten, bij wijlen vulcanisch virtuoos, spectucalair gezongen proza in pittige galop. Hier is maar één predikaat mogelijk na deze overdaad aan al dat mooi’s : gaat dat zien, het is werkelijk geniaal wat dit bonte doch bijzonder keurige en overmatig getalenteerde gezelschap op 90 minuten samenbalt; werkelijk flabbergasting. Eentje voor de eregalerij van Bard Eduard, bravo, bravissimo en dike proficiat, une reverence pour les filles du Bonnie Blues, een blueske, sierlijk en meervoudig verfijnd, van de hoogste plank, met zowel hemelse finesse als heerlijke kolder, pétillante nougabollen & vuurwerk ! Waanzinnige zinnebeelden, weelderig verpakt, een lawine van goede smaak en lol, om bij te zwijmelen, dat deze hyperactieve helletocht menig cultureel centrum of, waarom niet, circustent moge platspelen, de grotendeels adembenemende en constant overweldigende act van de Bonnie Blues verdient dit dubbel én dik !!! En zijn nu eens geen overdreven superlatieven, en ga dit aub massaal vaststellen in de roodfluwelen gloed van de spots … dit kan al in het Schaliken volgende week te Herentals !